Collectie: Nou, Ernst-Wilhelm

* 11 juni 1902 Berlijn - † 8 april 1968 Keulen

biografie

Ernst Wilhelm Nay werd in 1902 in Berlijn geboren en stopte na zijn middelbare schoolopleiding als boekhandelaar. Hij begon als schooljongen met schilderen en portretteerde zijn moeder en zus. Het "Portret van Franz Reuter" van de 23-jarige autodidact veroorzaakte opschudding tijdens de voorjaarstentoonstelling aan de Berlijnse Kunstacademie met werken van Kirchner en Kokoschka. Carl Georg Heise, directeur van de kunstcollecties van Lübeck en later Hamburg, werd zich bewust van de jonge kunstenaar wiens vroege figuratieve werk zich ergens tussen het late expressionisme en de academiestijl bevond. Dankzij een door Heise georganiseerde studiebeurs kon Nay in 1930 naar Bornholm reizen. De foto's die in deze periode werden gemaakt, kondigden al het vertrek van Nay uit het academisme aan. De opkomst van de nationaal-socialisten vormde steeds meer een bedreiging voor zijn bestaan ​​als kunstenaar. Zijn schilderij werd als ‘gedegenereerd’ beschouwd. In 1937 lieten de nazi's zijn werken uit musea verwijderen en hem verbieden te werken. In hetzelfde jaar reisde Nay naar de Lofoten op uitnodiging van Edvard Munch. Het verblijf werd een artistiek keerpunt voor Nay. Hier vond hij zijn stijl, waarbij hij geleidelijk afstapte van het representatieve en figuratieve en zich wendde tot grote kleurvlakken. "In de heldere nachten ontstonden de eerste dynamisch-ritmische ontwerpen uit de fermata's van de bergachtige zee-eilanden, die later - onafhankelijk van het onderwerp - het belangrijkste spirituele thema van mijn kunst zouden worden", merkte hij op in 1961. Terug uit Noorwegen , Ney overleefde de Tweede Wereldoorlog als kaartkunstenaar Frankrijk. Na 1945 begon de eigenlijk abstracte fase van zijn schilderkunst, met als hoogtepunt de zogenaamde ‘schijfschilderijen’. In steeds nieuwe variaties creëerde Nay zijn symfonieën van expressieve kleurencirkels. Ze bezorgden hem internationale faam en vormen tegelijkertijd de feitelijke kern van zijn oeuvre. Op het hoogtepunt van zijn carrière – tijdens de Documenta van 1964 – klonken uiteraard ook kritische stemmen: nee, het was willekeurig, decoratief, eenvoudig. De kunstenaar reageerde gekwetst, maar bleef consequent schilderen. In de laatste jaren van zijn werk reduceerde hij de kleuren en vereenvoudigde hij de vormen. Op 8 april 1968 stierf hij op 65-jarige leeftijd in Keulen aan een hartaanval. Zijn plaats in de kunstgeschiedenis is vandaag de dag onbetwist.