* 7 oktober 1888 Volos/Griekenland - † 19 november 1978 Rome/Italië

biografie

Giorgio de Chirico

Hij studeerde aan de kunstacademie in Athene. Na de dood van zijn vader verhuisde hij naar München (1906-1910). Hij vervolgde zijn studie aan de Academie van München bij Franz von Stuck, waar hij allegorische afbeeldingen schilderde onder invloed van Böcklin en Max Klinger. Intensieve lectuur van Nietzsche en Schopenhauer. Tijdens een reis door Noord-Italië (1910) had hij surrealistische ervaringen terwijl hij naar de arcades van Turijn keek. Van 1911 tot 1915 in Parijs. Vriendschap met Picasso, Apollinaire en Max Jacob 1915 Terugkeer naar Italië, waar hij samen met zijn broer Alberto Savinio en de futurist Carlo Carra de Scuola Metafisica in Ferrara oprichtte, de "meest metafysische van alle steden". Hij had Carra in 1917 in Ferrara ontmoet en schilderde nu zijn belangrijkste metafysische werken. Deze gaan verder dan de puur optische realiteit door vertrouwde situaties vreemd te laten lijken, vaak door het beeld van picturale objecten leeg te maken en een bedreigende sfeer te creëren. Het toont ontvolkte plekken in die vreemde, sombere middagsfeer. In 1918 hielp hij bij de oprichting van Valori Plastici in Rome. Daarna een diepe crisis en het zich afwenden van de metafysische fase van zijn schilderkunst, wat hem voor de surrealisten tot een "pre-surrealist" maakte. Hij wendt zich tot de vroege Renaissance. In 1924 hielp hij bij de oprichting van het tijdschrift La Revolution Surrealist. Ze vieren zijn roman ‘Hebdomeros’ als een surrealistische prozatekst. Vanaf 1925 omarmde hij het classicisme en is sindsdien een van de meest fervente tegenstanders van de avant-garde. In 1970 vond de eerste Chirico-overzichtstentoonstelling plaats in Milaan en Hannover. Hij stierf op 19 november 1978 in Rome

Land/regio

Taal

Chirico, Giorgio de - La grande torre - kunstprint - met belettering